Over de onroerende zaken heffen we directe belastingen. Voor niet-woningen is dat een gebruikersbelasting en een eigenarenbelasting. Voor onroerende zaken die vooral woning zijn, heffen we alleen een eigenarenbelasting.
De baten zijn:
Baten Onroerendezaakbelasting | Begroting | Begroting na wijziging | Rekening | Afwijking |
---|---|---|---|---|
Gebruikersbelasting niet-woningen | 1.221 | 1.355 | 1.379 | 24 |
Eigenarenbelasting: | ||||
woningen | 4.591 | 4.624 | 4.637 | 13 |
niet-woningen | 1.810 | 1.818 | 1.827 | 9 |
Totale baten Onroerendezaakbelasting | 7.622 | 7.797 | 7.843 | 46 |
bedragen x € 1.000 |
De WOZ-beschikking voor 2021 is gebaseerd op waarde peildatum 1 januari 2020.
De definitieve vaststelling van de tarieven vindt plaats aan de hand van de verwachtte waardebepalingen. De berekening gaat daarbij uit van een gelijkblijvende opbrengst.
In de baten is ook het voordelig resultaat van de naheffingen en verminderingen over oude dienstjaren ad € 11.000 opgenomen.
De tarieven onroerende zaakbelastingen zijn een percentage van de waarde van de onroerende zaak, en zijn vastgesteld op:
Tariefpercentage | 2020 | 2021 |
---|---|---|
Onroerendezaakbelasting | ||
Gebruikersbelasting niet-woningen | 0,003759 | 0,433100 |
Eigenarenbelasting: | ||
woningen | 0,001505 | 0,141700 |
niet-woningen | 0,005439 | 0,515900 |
% van de waarde |