Programmaverantwoording 2021 | Begroting | Begroting | Rekening | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
voor wijziging | na wijziging | saldo | |||
in € (+=voordeel/-=nadeel) | |||||
Werk en inkomen | -5.321.000 | -5.335.238 | -5.203.607 | 131.631 | |
Jeugd | -8.259.000 | -9.738.698 | -9.666.997 | 71.701 | |
Maatschappelijke ondersteuning | -9.304.000 | -9.992.636 | -9.970.080 | 22.556 | |
Welzijn en educatie | -5.198.200 | -5.505.956 | -5.002.811 | 503.145 | |
Omgeving | -3.487.714 | -3.794.552 | -1.775.747 | 2.018.805 | |
Openbare orde en veiligheid | -1.856.000 | -1.817.000 | -1.757.088 | 59.912 | |
Bestuur en algemene ondersteuning | 27.352.000 | 28.476.953 | 28.605.623 | 128.670 | |
Onroerende zaakbelasting | 7.622.000 | 7.797.000 | 7.842.615 | 45.615 | |
Overige eigen middelen | -867.000 | 1.159.026 | 351.231 | -807.795 | |
Gerealiseerd resultaat | 681.086 | 1.248.899 | 3.423.140 | 2.174.241 |
Bij het onderdeel Jaarrekening, Rekening van baten en lasten, Incidentele baten en lasten is globaal aangegeven of de afwijkingen van incidentele of structurele aard zijn. Het precieze karakter van de afwijkingen is niet altijd even duidelijk aan te geven. Als uitgangspunt hanteren we de regel: als een afwijking niet expliciet als incidenteel is aan te merken, dan beschouwen we het als structureel.
Samengevat komt het in grote lijnen hierop neer:
1. Uit onderstaande tabel blijkt dat de afwijking ten opzichte van de ramingen bij de herfstnota nagenoeg helemaal is aan te merken als een incidentele afwijking.
2. Het uiteindelijke rekeningresultaat van € 3,4 miljoen is globaal voor € 3,0 miljoen van structurele aard en € 0,4 miljoen van incidentele aard.
Ramingen rekeningsaldo: | Structureel | Incidenteel | Totaal |
---|---|---|---|
Begroting voor wijziging (pag.172 programmabegroting 2021-2024) | 2.954.086 | -2.273.000 | 681.086 |
1e bgw: Meerjaren(investerings)begroting | 0 | 0 | 0 |
2e bgw: Administratieve wijziging | 0 | 0 | 0 |
3e bgw: Bedrijfsvoering (binnen programma 7) | 0 | 0 | 0 |
4e bgw: Herfstnota 2020 Structurele effecten | 89.670 | 0 | 89.670 |
5e bgw: Perspectiefnota 2021 | -291.000 | 197.000 | -94.000 |
6e bgw: Resultaatbestemmingen 2020 | 0 | 0 | 0 |
7e bgw: De Linten | 0 | 0 | 0 |
8e bgw: Herfstnota 2021 | 405.796 | 166.347 | 572.143 |
9e bgw: Bedrijfsvoering (ná herfstnota) | 0 | 0 | 0 |
Geraamd rekeningsaldo na wijzigingen | 3.158.552 | -1.909.653 | 1.248.899 |
Totaal afwijkingen | -189.000 | 2.363.000 | 2.174.000 |
Werkelijk rekeningsaldo (inschatting incidenteel en structureel) | 2.969.552 | 453.347 | 3.422.899 |
Werkelijk rekeningsaldo (afgerond) | 2.970.000 | 453.000 | 3.423.000 |
Programma 1 Werk en inkomen € 131.631
Een hogere uitkering van het Rijk en goed vorderingenbeheer zorgen voor een voordeel.
Programma 2 Jeugd € 71.701
Ondanks dat de kosten voor individuele en regionale jeugdzorg blijven stijgen is er een klein voordeel. De trajectduur van de zorg blijft wel toenemen en de uitstroom blijft achter ten opzichte van de instroom. Dit sluit aan bij het regionale en landelijke beeld.
Programma 3 Maatschappelijke ondersteuning € 22.556
De lasten voor WMO en jeugd laten een voordeel zien. Door de corona crisis hebben bewoners minder gebruik gemaakt van het doelgroepenvervoer. Daarnaast zijn in het werkbudget ‘algemene voorzieningen Wmo en jeugd ’ middelen begroot voor onvoorziene casuïstiek in het onderwijs. Als gevolg van corona is er minder beroep gedaan op dit budget.
Voor ‘maatwerkvoorziening immaterieel’ en ‘overige gezondheidszorg’ is sprake van een overschrijding. Deze afwijking wordt vooral veroorzaakt door de hulp bij het huishouden. Hogere abonnementstarieven en vergrijzing zorgen voor een uitgaven toename.
Programma 4 Welzijn en educatie € 503.145
Om onderwijsachterstanden bij kinderen tot 4 jaar te voorkomen hebben we vanuit het rijk middelen ontvangen. Nog niet alles hiervan is besteed.
Voor groen/park/plantsoen hebben we minder uitgegeven dan geraamd. Lange doorlooptijden voor onder andere bewonersparticipatie, vergunningaanvragen en -bezwaren en ecologisch onderzoek leiden tot vertragingen bij groenprojecten. Het budget ‘groen’ en de budgetoverheveling uit het verleden veroorzaakt deze onderschrijding. Er is een planning van werkzaamheden opgesteld die gedekt wordt uit de budgetoverheveling tot en met 2021.
Programma 5 Omgeving € 2.018.805
De uitgaven voor wegenonderhoud, bermonderhoud, watergangen, openbare verlichting en verkeersmaatregelen zijn onderschreden. Als gevolg van enerzijds ontbreken van beschikbare capaciteit voor uitvoering en anderzijds als gevolg van werkzaamheden die alsnog zijn uitgevoerd in 2021 die in de planning waren opgeschort vanuit 2020 is een voordeel ontstaan. Voordeel € 680.000
Het product afval bedraagt voordelig € 303.000 doordat een hogere opbrengst voor grondstoffen (o.a. papier) is gerealiseerd.
Incidentele verkoopopbrengsten, afname van de benodigde ‘voorziening afgesloten complexen’ en lagere uitgaven vanwege vertraging in ontwikkeling van bestemmingsplannen zorgen voor een voordeel van totaal € 691.000.
Daarnaast zijn voordelen behaald door hogere legesinkomsten van € 345.000 door met name incidentele bouwwerken voor energie (zon/wind.
Programma 6 Openbare orde en veiligheid € 59.912
Dit programma is volgens begroting verlopen met geringe afwijkingen.
Programma 7 Bestuur en algemene ondersteuning € 128.670
Een voordelig resultaat op de algemene uitkering van € 360.000. Lagere bijstorting voor wethouderspensioenen als gevolg van de gestegen rekenrente met € 172.000. Hogere organisatiekosten (overhead inclusief onvoorzien) van € 332.000 en lagere legesinkomsten van € 79.000 door verminderde afzet van reis- en identificatie documenten welke een langere geldigheid hebben gekregen zorgen voor het resultaat.
Programma 8 Onroerendezaakbelasting € 45.615
De opbrengsten zijn hoger dan geraamd door hertaxaties en heffingen van 2021 en voorgaande jaren en meer woningen welke zijn opgeleverd in 2021.
Programma 9 Overige eigen middelen - € 807.795
Diverse belastingen/heffingen en bijdrages glasvezel laten een klein nadeel zien van € 16.000. Daarnaast bestaat er een groot voordeel van € 362.000 op (vooruit) ontvangen gelden voor energiebeheer.
Verder worden via dit programma alle daadwerkelijke mutaties op reserves verantwoord waarvan een toelichting is te vinden bij het hierna opgenomen onderdeel Eigen Vermogen. We verwijzen hiervoor naar Facultatieve bijlagen, Reserves en voorzieningen.
Het totale verschil op de mutaties reserves is nadelig € 1.155.000. Dit zijn deels hogere stortingen dan geraamd (met name het voordelige resultaat afvalinzameling), maar voornamelijk lagere bijdrages dan geraamd uit de reserve budgetoverheveling. Een deel van de uit voorgaande jaren overgehevelde budgetten zijn in 2021 nog niet besteed. Dit resulteert in voordelige verschillen bij de betreffende programma's, maar ook in een (boekhoudkundig) nadelig verschil op programma 9 omdat er minder bijdrages uit de reserve worden geboekt.
Conform het BBV worden de mutaties met de reserves ook als toelichting bij de verschillende programma's vermeld.